Praktijk Danielle Vos

Individuele therapie

Psychische klachten hebben vaak te maken met verlies van verbinding met jezelf en je gevoelens. Daardoor ontstaat er ook verlies van verbinding met bijv. je partner en/of anderen. Verlies van verbinding en vertrouwen kan al vroeg in je leven zijn ontstaan doordat het in emotioneel opzicht niet veilig was thuis. Vaak heeft dit te maken met trauma of schade die is ontstaan in je kindertijd. Als kind ben je afhankelijk van de volwassenen om je heen. Ieder kind heeft een veilige, liefdevolle, emotionele bedding nodig om gezonde patronen en een gezond zelfbeeld te ontwikkelen. Dit zorgt weer voor een gezonde autonomie. Dit houdt in dat je grenzen kan stellen en behouden, gevoel er toe doet, dat je binnen relaties leert geven én ontvangen. Als ouders dit in onze jeugd door (intergenerationale) problematiek  niet kunnen geven, gaan we overleven. Dit gaat onbewust. In een niet emotionele veilige omgeving ontwikkelen we overlevingsdelen die ons kinddeel beschermen. Ze helpen je om te blijven staan, zijn in die periode nodig en constructief. In een later moment in je leven gaan deze overlevingspatronen je meestal tegenwerken. Ze zijn dan niet meer constructief maar destructief. Als schade niet wordt verwerkt, gaat het doorwerken in je relaties in het hier en nu. Dat kan omdat wanneer we worden getriggerd, onbewust onze niet verwerkte pijn ons stuurt. Onbewust nemen die overlevingsdelen dan gelijk het heft in handen. Voorbeelden hiervan:


  • eindeloos pleasen;
  • altijd geven maar niet kunnen ontvangen want ontvangen levert een gevoel van angst op;
  • altijd een masker ophebben terwijl je je vanbinnen heel anders voelt;
  • altijd de clown uithangen of met humor alles wegzetten zodat een ander niet dichterbij kan komen;
  • snel boos worden of je gelijk gaan verdedigen;
  • continue zoeken naar bevestiging uit angst dat die ander je misschien gaat verlaten;
  • je terugtrekken;
  • niet bij je gevoel kunnen komen;
  • met je ratio alles wegzetten;
  • niet je gevoel kunnen verwoorden;
  • bevriezen als iemand dichterbij komt;
  • vluchten als iemand dichterbij komt;
  • wantrouwend zijn;
  • altijd sterk zijn, jij bent degene op wie iedereen kan leunen;
  • je echt verbinden aan iemand geeft je een benauwd gevoel waardoor je van de ene relatie in de andere overstapt
  • eetbuien om het gevoel weg te eten;
  • middelengebruik om niet te hoeven voelen;
  • overmatig gamen;
  • overmatig gericht zijn op seks
  • heel hard werken.


Kortom alles wat je kan afleiden van je gevoel en je weg kan houden bij dat innerlijke kind.

Hoe werk ik?

Contextueel

Deze benadering gaat er vanuit dat wanneer mensen tot hun recht willen komen en juist daarin vastlopen, dit vaak een relationele oorzaak heeft in de voor hen belangrijke (familie)relaties. In de contextuele therapie onderzoek je de relaties met de mensen om je heen. Jouw vragen, moeilijkheden en problemen worden nooit op zichzelf maar binnen je context (familiesysteem) gezien. We kijken altijd 3 generaties terug. Jij bent als cliënt 1 generatie. Als je nog geen kinderen hebt, dan zijn jouw ouders en grootouders de 2de en 3de generatie. Patronen worden meestal intergenerationeel doorgegeven. Door hier naar te kijken zonder dat er een oordeel is, geeft dat inzicht in hoe jouw patronen zijn ontstaan. Pas als je je bewust bent van de patronen en hoe ze zijn ontstaan, kan je de vicieuze cirkel gaan doorbreken.


Systemisch

Met behulp van beeldmateriaal zoals Playmobil poppetjes en gekleurde vlakken, krijg je inzicht in jouw patronen. Het visualiseren helpt enorm. We kunnen samen jouw familiesysteem opstellen met behulp van deze materialen. Op afstand kijken, helpt om het gevoelsmatig toe te mogen laten. Vaak is er weerstand omdat cliënten hun ouders niet willen beschuldigen. Je kan je schuldig voelen naar je ouders toe omdat je hen dingen verwijt. Het gaat niet om beschuldigen. Wel over het toelaten van gevoelens die er zijn en jou onbewust nog steeds sturen. Het op tafel neerzetten wie jij bent met jouw kleine ik erbij, jouw familieleden en welke positie je had, kan helpen om de weerstand te verlagen.


Innerlijk kind en hechting

We kijken samen altijd terug naar hoe jouw opvoeding was. Wat heeft jouw kleine ik meegemaakt? Was er tijd en aandacht voor jou? Was er ruimte voor emoties? Werd er gepraat over gevoel? Werd je getroost of was er juist afstand? Werd je geknuffeld? Werd er gezegd "ik hou van jou" of werd alles met ratio weggezet? Hoe was de relatie van je ouders? Ben je gepest op school of is er sprake van ander trauma zoals misbruik? Is er sprake van psychische of psychiatrische problematiek bij (één van) je ouders of broers/zussen?


Uit wetenschappelijk onderzoek is veel bekend over hechting en de gevolgen van onveilige hechting. Kinderen die in onveilige en zorgelijke omstandigheden zijn opgegroeid, zijn vaak geparentificeerd. Dat betekent dat je al jong in de zorgrol hebt gezeten. Een rol hebt moeten vervullen die niet bij jouw leeftijd paste namelijk de rol van ouder die niet jouw rol is. Dit geeft later vaak problemen in je intieme en vriendschappelijke relaties maar ook in de ouder-kindrelatie als je zelf ouder wordt.


Het is mogelijk om te leren hoe je je veilig kan hechten. Dat kan door te leren voelen. We werken dus ook lichaamsgericht. Hierbij maak ik gebruik van technieken uit de Polyvagaal theorie en IFS (Internal Family System therapy). Dat is nodig omdat rationeel weten hoe het zit, iets anders is dan hoe het voelt. Het onbewuste stuurt ons. Niet onze ratio. Wanneer je wordt getriggerd is dat altijd gevoelsmatig en gebeurt dat onbewust. Dit heeft te maken met ons limbisch systeem en het autonome zenuwstelsel. We noemen iets een trigger als wat wordt gezegd, je onbewust doet denken aan wat er ooit is gebeurd en pijnlijk was voor jou. Voor meer informatie over trauma en wat er gebeurt in ons lichaam als we worden getriggerd klik hier.


Brainspotting

Indien nodig kunnen we naast gesprekken ook brainspotting inzetten. Het is een lichaamsgerichte vorm van therapie. Hierbij gaat het om voelen. Praten is in principe niet nodig. Voor meer informatie hierover zie mijn website www.amsterdambrainspotting.com

Hoeveel sessies?

Het is afhankelijk van de problematiek die er speelt. Patronen zijn vaak jong ontstaan. Deze leren ombuigen gaat niet in 10 gesprekken. Het kost tijd. Zeker als je moeilijk bij je gevoel komt, kan het echt langer duren. Ik zou in ieder geval uitgaan van 6 maanden en minstens elke 2 weken een gesprek. Daarnaast kan ik je oefeningen meegeven en boeken adviseren die je kan lezen. Zo kan je actief bezig zijn met je proces naast de keren dat je therapie hebt. Belangrijk is dat je jezelf tijd en ruimte geeft.

Share by: